Wind en water

Een goed idee. M’n vader en ome Jan zouden gaan vissen, ik en neef Kevin gaan mee, op zee. Soort van vader- en zoonding, binding, wat je nooit meer zou gaan vergeten. Dat klopte helemaal. Het was heel vroeg in de ochtend en de Scheveningse haven was ons vertrekpunt. Verzamelen in de koffietent om nog iets te drinken, we varen af. De boot van een meter of twaalf is net tussen de havenarmen uit en het gaat helemaal mis. Binnen no-time kots ik de jus d’orange over de reling. Niets gegeten dus ik begin daarna gelijk maar aan het gal onderuit de maag. Ziek als een hond het vooronder in, plat liggen is de beste remedie bij zeeziekte. Ondertussen is m’n neef naast me komen liggen en samen gaan we proberen om de Albert Heijn-tas vol te kotsen, dat geeft ook een band. Onze vaders melden met een lachend gezicht dat deze trip maar een uurtje of zes zou gaan duren. Het bleek de schuld van “zijdeining”, de wind waait een andere richting dan de stroming van het water. En mij werd verteld dat zelfs de grootste zeevaarders daar ook last van konden krijgen. Who cares. Gedurende de trip werd er regelmatig naar ons geroepen of we echt niet even komen vissen. Zodra ik maar enigszins overeind probeerde te komen kwamen de braakneigingen sneller als de ademhaling, ondoenlijk. En dus, zoals al eerder vermeld, ga ik dit nooit meer vergeten. Ik stap de stijger op en alle ellende valt uit mijn lichaam. Ik was nog nooit zo blij met het vaste land. Voor de drama had ik op m’n knieën kunnen vallen om de grond te kussen. Ik had daar nooit zo over nagedacht. Maar ja, zoals met heel veel gewone dingen, je denkt er niet bij na hoe mooi het eigenlijk is. Dit is geen psychologisch stukje dus snel verder, we gaan naar een paar jaar geleden. 

Via vriend Tony kwamen we (Wilfred en ik) terecht op de Wylde Swan. Dit tall ship lag in Amsterdam aangemeerd naast de trots van de Nederlandse zeevaart, de Stad Amsterdam. Die was tien jaar daarvoor gebouwd als kopie van een VOC-schip, dat mocht gevierd worden. Groot, hout, drie masten en veel koper. Michiel de Ruyter zou zich onmiddellijk thuis voelen. En omdat een feestje met drank, muziek en feestverlichting niet past op de Stad Amsterdam werd dat overgelaten aan de Wylde Swan. Ietsje kleiner, twee masten, grijs staal. Meer mijn ding. Om eerlijk te zijn, ik vond haar echt geweldig. En de jaren daarna mocht ik nog een paar keer te gast zijn. De hele sfeer op het schip is ondanks de broodnodige hiërarchie toch vrij. Het is belangrijk dat er maar éen is die het voor het zeggen heeft. De rest luistert en doet. Dat moet Wel anders wordt het een zinkend schip. Maar dit is ook geen socio therapeutisch stuk dus gaan we door. 

Huidige tijd. Jullie begrijpen het al. Nee dat niet. Hmm dat ook niet, wel leuk overigens. Ik ga dus weer de zee op. Een weekendje heen en weer naar Londen, op die bloedmooie Wylde Swan. Hopelijk zonder zijdeining. Voor de rest kan het me niet schelen, het wordt een avontuur.

  

Geef een reactie